PRIKKELS

Hoogsensitief studeren

Overprikkeling, onzekerheid en stress liggen als een deken over mijn studietijd. Dat geldt niet alleen voor mij. Volgens onderzoek is wereldwijd 1 op de 5 mensen, net als ik, hoogsensitief. Naar schatting gaat het om 170.000 studenten in Nederland. Deze groep ervaart vaker stress, angsten en depressieve klachten en heeft een grotere kans op een burn-out. Toch lijkt er geen plek voor hoogsensitieve studenten binnen de hulpverlening van het hoger onderwijs.

Op welke manier kunnen hogescholen en universiteiten hun hoogsensitieve studenten helpen, zodat zij minder klachten ervaren tijdens hun studie? Met die vraag ging ik de afgelopen maanden op pad om met onderzoekers, coaches, ervaringsdeskundigen en onderwijsprofessionals te spreken. Vervolgens zocht ik op Windesheim, mijn eigen hogeschool, uit waar ik als hoogsensitieve student terecht kan. Scrol verder om mijn zoektocht te lezen.

In het verhaal kom je linkjes tegen naar video's en korte artikelen. Wil je die nu vast bekijken?
Klik hier voor meer achtergrondinformatie over hoogsensitiviteit.
Klik hier om de ervaringen van hoogsensitieve studenten te lezen.
Klik hier voor tips voor hoogsensitieve studenten.

Tik, tiktiktik... Het onregelmatig geklik van een pen weerkaatst tegen de wand van het klaslokaal. Links fluisteren twee jongens over hun weekendplannen. Het gesprek overstemt de monotone zoem van de lichtbalk aan het plafond. Voor mij kraakt iemand met een zak broodjes. De geur van pindakaas mengt zich met de zoete parfum van de studente naast mij. Ik kijk haar kort aan. Ze merkt het niet en scrolt rustig verder door een kledingsite. Bij het afrekenen van een paars rokje tikt ze hard op haar toetsenbord. Voor mij stoot iemand zijn drinkfles van tafel.

Van alle kanten dringen geluiden en geuren zich aan mij op. Ik zak onderuit, knijp mijn ogen dicht en stop met ademen. Even niks zien. Even niks ruiken. Ik probeer mij te focussen op de stem van mijn docent die zijn best doet iedereen bij de les te krijgen.

Ik doe mijn ogen weer open. Gefrustreerd zak ik verder onderuit en laat mij opslokken door de wolk van prikkels om mij heen.

Hoogsensitief

Ik ben vijftien als ik een therapietraject volg om te leren omgaan met mijn perfectionisme, onzekerheid en stress. Die zitten mij op school in de weg. Gespannen leer ik wekenlang voor toetsen, omdat ik zó graag goede resultaten wil halen. Het voelt alsof mijn wereld instort als dit niet lukt. Ook ben ik sneller uitgeput en kan ik mij moeilijker concentreren dan mijn klasgenoten. De behandelaar vertelt mij dat ik hoogsensitief ben en dit de oorzaak is.

Door mijn hoogsensitiviteit komen prikkels harder en daardoor langer binnen dan bij de meeste andere mensen. Hoogsensitieve personen (HSP) hebben een gevoeliger centraal zenuwstelsel. Hun zintuigen nemen meer omgevingsinformatie waar en verwerken dit diepgaander, waarbij in de hersenen meer gebieden actief zijn en verbindingen leggen. Hierdoor ervaren HSP de wereld om hen heen – alles wat ze zien, ruiken, horen en voelen – intenser.

Verder komen perfectionisme en onzekerheid bij veel hoogsensitieve personen voor. Daarnaast zijn HSP erg empathisch. Ze leven zich makkelijk in en kunnen gevoelens van anderen ervaren alsof ze van henzelf zijn. Ook zijn ze vaak creatief en gedreven, bedenken ze unieke oplossingen en leggen ze gedetailleerde verbanden. ‘Hoogsensitiviteit kan daarmee ook een voordeel zijn en grote talenten met zich meebrengen. Het is belangrijk om dat niet uit het oog te verliezen’, vertelt HSP-coach Sylvia van Zoeren. Ze begeleidt in haar praktijk veel hoogsensitieve studenten die worstelen met de lastenkant.

Voor iedere student is studeren wel eens overweldigend, maar voor HSP vormt de studietijd met focus op prestatie, veel prikkels en nieuwe indrukken een extra uitdaging.

Klachten

Volgens Corina Greven, onderzoeker en hoogleraar Environmental Sensitivity in Health aan het Radboud UMC, hebben hoogsensitieve personen - ook studenten - vaker last van stress, angsten en depressieve klachten. Verder hebben ze een grotere kans op een burn-out en volgens sommige studies spelen concentratieproblemen vaker een rol. Toch hebben HSP geen plaats in de hulpverlening en begeleiding die binnen het hoger onderwijs geboden wordt. Daardoor is één op de vijf studenten op zichzelf aangewezen.

A show poster for Kellar

‘Ik ben continu bezig met wat ik allemaal nog moet en wil doen, maar waar ik geen energie voor heb.’

Barbora Roldanus

Barbora Roldanus

Barbora Roldanus (24) studeert Cognitive Neuroscience aan de Radboud Universiteit. Ze verschijnt op mijn laptop vanuit haar studentenkamer in Nijmegen. De grijze noise cancelling koptelefoon die ze draagt verraadt onze overeenkomsten. Nog geen maand geleden kocht ik dezelfde.

Roldanus vertelt dat ze het liefst thuis werkt. ‘Op de campus zijn veel prikkels. Alles wat om mij heen gebeurt merk ik op en haalt mij uit mijn concentratie. Het kost veel energie om continu mijn best te doen niet afgeleid te raken.’ Colleges volgt ze wel op de campus, al kunnen ook die vermoeiend zijn. ‘Gister kwam ik om vier uur thuis na een middag op de universiteit, maar het lukte mij pas om half negen weer om iets te doen. Ik moet dan eerst alle prikkels van die middag verwerken.’

‘Mijn hoogsensitiviteit heeft vooral uitwerking in stress. Die kan mij helemaal in zijn greep houden. Ik ben continu bezig met wat ik allemaal nog moet en wil doen, maar waar ik geen energie voor heb.’ Eind vorig jaar raakte Roldanus’ energie op en werd studeren haar te veel. Nu volgt ze via de studentpsycholoog een stressmanagementtraining.

‘In de ergste gevallen kunnen studenten hun bed niet meer uitkomen, of raken ze echt depressief.’

‘Stressklachten zie ik veel bij hoogsensitieve studenten’, vertelt Lianne van den Berg-Weitzel, studentendecaan aan Hogeschool Utrecht. ‘En in sommige gevallen neigt het ook naar depressie.’ Blijven studenten daarmee lopen, dan bestaat de kans dat ze na een tijd ‘op’ raken en dat studeren niet meer lukt. ‘In de ergste gevallen kunnen studenten hun bed niet meer uitkomen, of raken ze echt depressief.’

Ondanks deze klachten kunnen hoogsensitieve studenten geen gebruikmaken van de extra hulp en voorzieningen op hogescholen en universiteiten. Stilteruimtes, samenvattingen en bijvoorbeeld extra begeleiding zijn bedoeld voor studenten met een functiebeperking. Om dat stempel te krijgen, moet de student een diagnose hebben, zoals AD(H)D. Omdat hoogsensitiviteit geen diagnose, maar een persoonskenmerk is (zoals ook intro- en extraversie), val je als HSP buiten de boot voor hulp.
Van den Berg-Weitzel: ‘Als hoogsensitieve studenten vragen om extra tentamentijd, omdat ze gemakkelijk afgeleid zijn en daardoor niet kunnen doorwerken, kan ik ze die helaas dus niet geven’.

‘Ik wou dat er hulp of begeleiding was vóórdat ik het gevoel krijg dat ik een jaar moet bijkomen.’

Roldanus vindt het jammer dat er voor hoogsensitiviteit geen aandacht is op de universiteit. ‘Na de middelbare school nam ik een tussenjaar, omdat ik tijd nodig had om bij te komen. Na mijn bachelor deed ik dat weer. Nu ben ik nog niet eens een jaar met mijn master bezig en heb ik alweer behoefte aan een tussenjaar. Ik wou dat er hulp of begeleiding was vóórdat ik het gevoel krijg dat ik een jaar moet bijkomen.’

Roldanus heeft op school nooit genoemd dat ze hoogsensitief is en daardoor worstelt met bepaalde dingen: ‘Ik weet niet wat ze zouden kunnen doen voor mij, ik heb nog nooit iets over hoogsensitiviteit gezien in de hulp en voorzieningen die de universiteit aanbiedt.’

Als hoogsensitieve studenten niet in aanmerking komen voor reguliere hulp op school, hoe kunnen ze dán geholpen worden?

Om die vraag te beantwoorden sprak ik met deskundigen die hoogsensitieve studenten begeleiden. Volgens hen is een aantal dingen nodig.

In het Forum Groningen spreek ik Mark Popken, die als HSP-coach hoogsensitieve studenten begeleidt. Roltrappen naar tien verdiepingen suizen op de achtergrond, Popken moet zijn stem verheffen als hij zich voorstelt.

‘Die plaats kies ik óók altijd uit, met mijn rug naar de afleiding’, zegt hij lachend als ik mijn jas over een stoel in de hoek van het café leg. Toch zie ik vanuit mijn ooghoek rennende kinderen, bewegende roltrappen en haastige obers. Ik doe mijn best te focussen als ik met Popken praat.

‘Hoogsensitief is een jong begrip’, legt hij uit. ‘Pas in 1997 werd er voor het eerst onderzoek naar gedaan. Nog veel mensen weten niet goed wat het is, ook psychologen en coaches op scholen. Ik denk dat dat een van de redenen is waarom er nog zo weinig aandacht voor is.’

1. Informeer en erken

Kennis en bewustwording vormen de eerste stap om hoogsensitieve studenten te helpen, denkt Popken. ‘Dat docenten en coaches informatie krijgen over hoogsensitiviteit en het kunnen herkennen bij hun studenten, daar begint het mee. Van daaruit kun je meekijken wat een hoogsensitieve student nodig heeft.’ Zo is groepswerk voor veel HSP een uitdaging, onder meer omdat ze vaak perfectionistisch zijn en de neiging hebben veel werk op zich te nemen. Als docenten daar weet van hebben, begrijpen ze beter waarom studenten worstelen en kunnen ze aandacht besteden aan groepsdynamiek.

Ellis Bosmans – ik spreek haar online – is trainer bij de opleiding tot hooggevoeligheidsdeskundige en heeft een HSP-coachpraktijk in Dongen. Ze vertelt dat bewustwording ook bij studenten belangrijk is: ‘Als hoogsensitieve studenten zichzelf begrijpen en voor zichzelf leren zorgen, worden ze sterker. Ik ben ervan overtuigd dat ze dan niet zo snel klachten ontwikkelen en minder uitvallen.’

2. Bied handvatten

Het zou studenten helpen als ze leren over de aard van hun klachten en als ze zich kunnen focussen op de positieve kanten van hoogsensitief zijn, denkt Bosmans. Vertel studenten dus niet alleen wat hoogsensitiviteit is, maar geef ook tips en handvatten. ‘Coaches zouden op scholen bijvoorbeeld mindfulness of ademhalingsoefeningen met studenten kunnen doen om stress te reduceren.’

3. Overzicht en rust

Voor studenten creëer je rust als je ze duidelijk informeert en de studielast spreidt. ‘Het is fijn als er afstemming is tussen verschillende studieonderdelen, zodat niet alle tentamens en deadlines op hetzelfde moment vallen’, vertelt Bosmans. Overzicht zorgt ook voor rust. Zo zou het helpen als docenten voorafgaand aan colleges lesstof sturen of context van informatie schetsen. Op die manier voelt de lesstof gestructureerder, denkt Bosmans. Ook studenten leren hoe ze een studieplanning kunnen maken waarin ze voldoende rust inbouwen, kan helpen.

4. Stilteruimtes

Popken: ‘Op school zit je vaak in drukke collegezalen, er is geroezemoes en in de kantine staat de radio aan… je zou hoogsensitieve studenten helpen als er een stilteruimte is waar ze zich kunnen terugtrekken’.

Hoe bied je die hulp aan?

Op Breda University startte Ellis Bosmans een pilot om hoogsensitieve studenten te helpen. ‘Ik had geluk dat de decaan ook hoogsensitief was en kreeg groen licht om informatiebijeenkomsten te organiseren.’ Dit deed ze eerst voor alle decanen. ‘Veel van hen herkenden een aantal van hun studenten in mijn verhaal. Het was een eye-opener.’

Vervolgens richtte ze zich op studenten. Zij kregen een mail waarin kenmerken van HSP stonden, met daaronder de tekst: ‘herken je dit? Gefeliciteerd! Misschien ben je wel hoogsensitief’. In een informatiebijeenkomst vertelde Bosmans wat hoogsensitief zijn inhoudt. ‘Dat raakte studenten. Ze dachten: dit gaat over mij. Ze voelden zich gezien.’ Voor studenten die behoefte hadden aan meer, organiseerde Bosmans een korte training. Daarin leerden studenten om te gaan met de lasten en te focussen op de krachten van hoogsensitiviteit.

Ook op Hogeschool Utrecht wordt sinds kort een training voor HSP aangeboden, door hoogsensitieve decaan Lianne van den Berg-Weitzel: ‘We leren studenten hoe ze op een gezonde manier met hun eigenschappen om kunnen gaan en benadrukken hun talenten. Het zou heel mooi zijn als dit op andere scholen ook zou kunnen.’

In informatiebijeenkomsten en trainingen kan de basis worden gelegd om hoogsensitieve studenten te helpen. Studenten en onderwijsprofessionals leren wat het betekent om hoogsensitief te zijn en hoe ze er rekening mee kunnen houden. Ook mindfulness, ademhalingsoefeningen en bijvoorbeeld het leren maken van een planning met voldoende rust, zouden in een training aangeboden kunnen worden.

Roldanus is enthousiast over een HSP-training. ‘Als mijn universiteit zoiets aanbood zou ik daar zeker gebruik van willen maken’.

Kijk naar individuele behoeftes van studenten, in plaats van diagnoses

Veel voorzieningen die hoogsensitieve studenten kunnen helpen, zijn al aanwezig. Zo heeft vrijwel elke hogeschool en universiteit stilteruimtes. Maar zonder diagnose kunnen HSP daar geen gebruik van maken.

Van den Berg-Weitzel: ‘Op gebied van diagnoses en persoonskenmerken zijn nog veel ontwikkelingen en veranderende inzichten. Het is niet raar dat onderwijsvernieuwing daar achteraan hobbelt. In ons huidige systeem krijg je inderdaad alleen toegang tot voorzieningen als je een diagnose hebt. Ik denk dat we daar als scholen over na moeten denken. Het zou mooi zijn als we gaan kijken naar de verschillende soorten studenten en hun hulpbehoeftes, niet alleen naar diagnoses.’

 

Terug naar Windesheim

Ik ben benieuwd of dit haalbaar is en hoe mijn eigen decaan hierover denkt, die in tegenstelling tot Van den Berg-Weitzel, niet hoogsensitief is. Magda Lokhorst twijfelt even – ze zegt dat ze mij als decaan algemene informatie kan geven, maar weinig weet over hoogsensitiviteit – maar stemt uiteindelijk in met een gesprek. 

In haar kamer op Hogeschool Windesheim in Zwolle klinkt het zoeven van langsrijdende auto’s. In de vensterbank staat een plastic lavendelplant. Als ik haar vraag in hoeverre het de rol van school is om studenten die het moeilijk hebben te helpen, knikt ze instemmend. ‘Als school hebben we een zorgplicht, dus die rol is er. Bij het decanaat proberen we de randvoorwaarden te creëren die studenten nodig hebben om hier onderwijs te volgen.’

Dat heeft wel een grens: ‘Als 1 op de 5 hoogsensitief is gaat het over 5500 studenten op Windesheim. Dat zijn er zo veel dat wij daar op individueel niveau niks voor kunnen doen, als ik het heel zwart-wit zeg.’ Lokhorst merkt dat nu al veel studenten voorzieningen aanvragen. ‘Op een gegeven moment keert de wal het schip. Windesheim heeft ruim 27 duizend studenten, je kunt niet voor iedereen rustige ruimtes creëren, dus dan zul je het om moeten draaien door te kijken hoe je de studieomstandigheden voor álle studenten kunt verbeteren. Dat is iets waar wij als school over na kunnen denken.’ Voer maatregelen door die iedereen helpen en de groep die het betreft heeft er extra voordeel van, is de boodschap van Lokhorst.

Hoewel ik Lokhorst enigszins begrijp, voel ik mij toch een beetje teleurgesteld. Nadenken over het maken van aanpassingen die alle studenten ten goede komen klinkt mooi, maar er zijn genoeg HSP die nú extra hulp kunnen gebruiken. Waar kan ik als hoogsensitieve student terecht?

Is er dan echt níks voor mij?

'Helaas, er zijn geen resultaten gevonden voor 'hoogsensitief", verschijnt op mijn scherm als ik de site van Windesheim uitkam. Ook de zoektermen 'hooggevoelig' en 'HSP' leveren niets op. Kan ik echt nergens terecht op school? Ik besluit het mijn studiebegeleider van de opleiding Journalistiek te vragen.

De afgelopen jaren zag ik Egbert Hermsen maar een enkele keer, maar ik weet dat hij altijd openstaat voor een gesprek. Ik vertel hem over de voordelen die mijn hoogsensitiviteit mij in mijn studie bracht: ik was gefocust op goed werk leveren, was creatief en werkte zorgvuldig en gedetailleerd. Dat zorgde ervoor dat ik goede resultaten neerzette en docenten zagen dat. Maar ik had ook last van mijn hoogsensitiviteit, wat onderbelicht bleef in de klas.
Waarom zou ik aangeven dat ik hoogsensitief ben als er geen hulp of begeleiding is? De laatste tijd twijfel ik of die gedachte niet te zwart-wit was. Ik had immers wél veel stress, was snel overprikkeld, moe en onzeker en ik botste soms met docenten. Zij vonden het maar vreemd dat ik geen genoegen nam met een zes.

‘Als ik had genoemd dat ik hoogsensitief ben, had u daar dan iets mee gekund?’ Hermsen is even stil. ‘Ik laat het altijd bij de student om zoiets wel of niet aan te geven, maar zodra iemand dat doet heb ik het er met diegene over. Als je er erg mee worstelt zou ik je doorsturen naar Hanneke Versteeg, casemanager inclusie en studentenwelzijn. Zij kan met je meekijken.’

Met voorzichtig optimisme spreek ik af met Versteeg. Ze vertelt mij dat ze meedenkt met iedereen die het - om wat voor reden dan ook - lastiger vindt om onderwijs te volgen. Ze komt ook hoogsensitieve studenten tegen. ‘HSP adviseer ik bijvoorbeeld om niet alle lessen te volgen als dat te veel energie kost. Kijk wat meer en minder relevant is voor jou.’

Omdat hoogsensitiviteit geen diagnose is, is er binnen school minder kennis over, legt Versteeg uit. ‘Maar die specifieke kennis hoef ik ook niet te hebben. Op Windesheim vragen we altijd aan de student wat diegene nodig heeft. Ik ga ervan uit dat die dat zelf kan inschatten.’ Het lastige hiervan is dat veel hoogsensitieve studenten niet weten dat ze HSP zijn, maar wel de klachten ervaren.

Maar, er kan dus met mij meegedacht worden, ook zonder diagnose? ‘Ja, maar het is wel ‘mooi’ als er een diagnose is. Dan kunnen wij veel meer bieden. Een stilteruimte bijvoorbeeld, daar kom je gewoon niet voor in aanmerking’, aldus Versteeg. 

Ik vind het fijn dat er iemand is die met mij kan meedenken. Tegelijkertijd vraag ik mij af of het genoeg is voor de serieuze klachten die een HSP kan ervaren; die worden daarmee niet opgelost. Ik sta op het punt mijn zoektocht af te sluiten, als ik hoor over het HSP café, dat hoogsensitieve Windesheimdocent Pauline Fellinger initieerde op de opleiding Psychomotorische Therapie. Is er dan tóch aandacht voor hoogsensitiviteit op school?

HSP café

Bij de automaat waar Fellinger en ik thee halen, praten twee docenten over een student met autismespectrumstoornis. De student twijfelt of hij zijn diagnose moet aangeven bij de decaan, vertelt één van de twee. Ik merk dat Fellinger, net als ik, stilletjes meeluistert. ‘Het blijft een lastige keuze voor studenten, maar de ervaring leert dat ze echt geholpen worden op school als ze het aangeven’, zegt de ander.

‘Voor hoogsensitieve studenten, die zonder diagnose niet binnen het kader functiebeperking vallen, is die hulp er helaas niet’, zegt Fellinger terwijl we van de docentenkamer naar een spreekruimte lopen. Daarom richtte ze het HSP café op. Daar kunnen hoogsensitieve studenten samenkomen en tips uitwisselen. ‘Maar het is geen echt café hoor’, lacht Fellinger, ‘we zitten gewoon in een klaslokaal waar ik posters ophang met informatie over de talenten van HSP. Ik regel wel altijd wat te drinken.’

‘De hoogsensitieve studenten voelden dat ook zij er mochten zijn.’

Fellinger, docent bij de opleiding Psychomotorische Therapie, zag dat veel studenten vanwege hun hoogsensitiviteit tegen dingen aanliepen op school. ‘Onze opleiding is onderdeel van de sportacademie op Windesheim; lawaai maken, expressief zijn en op de voorgrond staan lijkt hier de norm. Ik was bang dat hoogsensitieve studenten onterecht het idee zouden krijgen dat hun rustige aard minder waard was’, vertelt Fellinger. Ik herken de standaard van aanwezige studenten in mijn journalistiekopleiding. Ook voor mij was dat een bron van onzekerheid.
Fellinger: ‘Ik herinner mij het eerste café als geruststelling. De hoogsensitieve studenten voelden dat ook zij er mochten zijn. Ze leerden wat hoogsensitiviteit inhoudt. Veel hadden er nog nooit van gehoord.’ Fellinger schat dat ze meestal zo’n tien hoogsensitieve studenten in haar klas heeft, maar over het algemeen weten slechts twee of drie het van zichzelf.
Op het eerste HSP café, vorig jaar, kwamen gelijk veertig studenten af, en dat terwijl zij er alleen via via terecht konden komen. Waarom ik het HSP café niet op de site van Windesheim vond wordt nu duidelijk. Fellinger wil eerst kijken hoe het café loopt en welke behoeftes studenten hebben, ze maakt geen reclame.

Fellinger werkt al meer dan vijfentwintig jaar op Windesheim. In 2010 viel ze uit door een burn-out. ‘Toen dacht ik: als ik terugkom ga ik het anders doen.’ Maar het is lastig om op Windesheim dingen van bovenaf te veranderen, merkte ze, dus begon ze in haar eigen lessen aandacht te besteden aan hoogsensitiviteit. Bij studenten groeide de interesse en het begrip. Uiteindelijk bereikte dat ook haar collega’s. ‘Met drie andere docenten stapte ik naar het Studiesuccescentrum met de vraag of studeren met een functiebeperking uitgebreid kon worden met andere regelingen, maar dat bleek nog niet zo eenvoudig. De boodschap was: er zijn zoveel dingen waar studenten last van hebben, we kunnen nou eenmaal niet verstand hebben van álles. Dat snapte ik. Dus stelden we voor dat wij als docenten van een therapie-opleiding de expertise zouden leveren, zodat hoogsensitieve studenten naar ons doorverwezen konden worden.’ Maar ook daar is het Studiesuccescentrum nog niet op ingegaan.

‘Dat wordt gewoon de volgende stap’, zegt Fellinger met opgeheven hoofd. Tot die tijd kunnen hoogsensitieve Windesheimstudenten in het HSP café terecht om gelijkgestemden te ontmoeten en tips uit te wisselen. 'Het begin is er', knikt Fellinger.

Ben je, net als ik, een hoogsensitieve student? Lees hier tips over hoogsensitief studeren.

Ben je docent of studentbegeleider en benieuwd hoe je hoogsensitieve studenten in je klas kunt ondersteunen? Lees de handleiding die Hogeschool Utrecht opstelde.

Met dank aan

Mark Popken, Ellis Bosmans, Lianne van den Berg-Weitzel, Sylvia van Zoeren, Corina Greven, Barbora Roldanus, Anna Waringa, Marjolein Mobach, Magda Lokhorst, Egbert Hermsen, Hanneke Versteeg, Pauline Fellinger, Binne Keulen, Roy Zwier, Wim van de Belt, Gert Overduin en Lotte van Dijk.

Contact

Heb je vragen, opmerkingen of wil je iets anders over het verhaal kwijt? Ik kom graag met je in contact!

Klik hier om een mail te sturen, stuur een berichtje op LinkedIn of log in op Instagram en verzend een DM.